Sluiten

Hé hé kaboutertjes…

Wat hebben drie rode kaboutertjes, het bordspel ‘Mens, stoor me niet!’ en een interieur vol panlatten met elkaar te maken? Bente Deveneijns en John Neutkens gaan de grens over en praten met Jo Peters (ART-director & CEO Deusjevoo + Director & Partner UPspace) over het ontstaan van zijn bedrijf, zijn wens voor een Broeinest in België en de omslag die zijn werkwijze voorgoed veranderde. In het voorbijgaan haakt ook Niels Stilman aan (Operationeel manager Deusjevoo & UPspace). Want waarom koopt deze Belgische firma hun platen bij Baars & Bloemhoff in Nederland?

Hoe heb jij Baars & Bloemhoff hier ooit binnen gelepeld?

Niels: Toevallig zag ik ergens een factuur van Baars & Bloemhoff tijdens een klus op het mediapark in Nederland. Ik was daar om het decor van ‘De Gordon tegen Dino show’, last minute van kleur te veranderen. Ik had geen verfspuit ter plaatse en ben toen bij een Nederlandse collega binnengelopen om er een te lenen. Op het bureau van de directeur zag ik die factuur liggen en zo hebben we jullie benaderd. De snelheid van Deusjevoo is een grote verkooptroef. En die snelle levering is ook een van jullie voordelen. 

Is dat bij jullie Belgische leveranciers anders?

Niels: Absoluut, Baars & Bloemhoff laat op een transparante manier op de webshop zien wanneer iets geleverd zal worden. Wanneer iets voorradig is altijd binnen 48 uur en die voorraad kunnen we ook meteen inzien. We zijn nu bijvoorbeeld een offerte aan het maken en daarbij hebben we alle materialen gedefinieerd omdat deze bij jullie op voorraad zijn én heel snel hier kunnen zijn. Dat is wat wij nodig hebben. Een ander voordeel is dat we verschillende leveradressen kunnen ingeven. 




Hoe is Deusjevoo ontstaan en uitgegroeid tot marktleider onder de Vlaamse decorbouwers?

Jo: Ik neem jullie mee terug in de tijd, ik ben een jaar of veertien en het is zaterdagavond, thuis met het gezin op de bank. Bij gebrek aan commerciële televisiezenders in België, keken we naar de Nederlandse televisie: Ron’s Honeymoonquiz, Wedden dat..? en de Willem Ruis Lotto Show. In heel Vlaanderen werd destijds massaal naar de Nederlandse televisie gekeken, daar was tenminste spektakel!

Tijdens zijn show vertelde Ron Brandsteder dat hij presenteerde in een decor dat was gemaakt en ontworpen door een Belg. Vanaf dat moment wist ik, ik word decorbouwer. Via enkele omwentelingen in het basisonderwijs rondde ik na de kunsthumanoria (secundair kunstonderwijs in België) de filmschool af als regisseur-scenarist. Achteraf gezien een goede zet, want daar leerde ik wat televisie maken is. In het laatste jaar van de opleiding bouwde ik al kleine decors voor medestudenten. Na mijn studie startte ik bij mijn ouders in een tuinhuis van vier bij zes meter. Ik ging de wereld van decorbouw veroveren met Deusjevoo!

 



Hoe kreeg je opdrachten toen je net gestart was?

Na lang volhouden mocht ik op gesprek bij productiehuis ‘Woestijnvis’ in Brussel. Ik dacht: ‘Nu ga ik bijten en niet meer loslaten!’. Dus ik gooide alles in de strijd en ik kreeg mijn eerste klus voor het decor van een kijkcijferkanon in België. Daarna ging het met vallen en opstaan. Ik heb geëxperimenteerd, fouten gemaakt en vooral heel veel geleerd. Gaandeweg raakte de bal aan het rollen. En nu zo’n 25 jaar later bouwt en ontwerpt Deusjevoo 70% van de Belgische televisie decors.

Als je een opdracht krijgt is er dan nog vrijheid in het ontwerp van het decor? 

Het format ligt altijd vast, dat is de basis. De zender geeft vaak al aan welke look and feel ze wensen. Verder is het nog helemaal vrij in te vullen. Wij zijn vanaf dat moment de eerste creatieven die gaan bepalen wat jij straks als kijker te zien krijgt. 3D tekenen, maar ook de camera’s toevoegen. Dat is de complexiteit van televisie ontwerpen, niet iedereen kan dat omdat je echt moet renderen door de cameralenzen. Je hebt kennis van televisiemaken nodig. Wat is licht? Hoe komen mensen in beeld? Er is een beeldtaal die je moet volgen en die moet je wel beheersen.



Hoe kom je van het ontwerp tot de materialisering?

De klant moet de materialen kunnen zien en voelen, dat begint met een goed moodboard. Daarom word ik ook zo blij van jullie Broeinest concept. Ik zou er hier in Genk een naast mijn deur moeten hebben, dan zou ik er elke dag komen. Wij hebben gewoon veel stalen en samples nodig. Maar ik heb geen bibliotheek om alles op voorraad te houden. Dus ik ben heel erg blij met dat soort initiatieven. Verder kijk ik veel rond, ik steel met mijn ogen, altijd als ik ergens ben. De wereld zit vol vondsten, het ligt gewoon voor het oprapen. 

Wat is jouw rol binnen de club?

Ik heb alles gedaan, van ontwerpen tot bouwen, verkopen en opleveren. Ik zit nu in de creatieve fase en zorg ervoor dat het verhaal van de opdrachtgever tot leven komt. Dat begint in mijn hoofd. Vervolgens ga ik dat vertalen naar de muren en plafonds. Het moet er niet alleen leuk uitzien voor de bezoeker, maar ook triggeren, een verhaal vertellen. Bij onze entree en in het hele bedrijf hier zie je panlatten. De basis van elk decor. We willen dat verhaal vertellen. Dit is niet zomaar een houten latje, maar een panlat, omdat die voor ons zo belangrijk is.


Niels gaat door naar de werkplaats en Jo neemt het woord weer over.

Hoe zit het met de kabouters die we overal terugzien op jullie werkbussen, op de website en ook hier in het pand?

Jo: Die kabouters zijn erg belangrijk voor ons, ze zijn altijd met zijn drieën: ‘Clever’, ‘Connected’ en ‘Crazy’. Een design moet altijd clever zijn, rond de basisbehoeften van de mens. De juiste lucht, temperatuur en ergonomie. Je kunt iets moois maken maar als het niet aan de basis voldoet dan werkt het gewoon niet. De tweede kabouter staat voor de connectie die een interieur moet maken met degene die het gaat gebruiken of erin werkt. Het moet het verhaal vertellen van die firma, mensen aantrekken om er te willen werken en het merk connecteren met de buitenwereld. En als laatste Crazy: In Vlaanderen zeggen we wel eens ‘daar is een hoekje af’, wat wil zeggen: er zit een twist in, er zit humor in. Dat is het laatste stukje. Dat is wat die drie kabouters vertegenwoordigen, als een checklist: zit alles erin? 


Jullie hebben ook een spel ontwikkeld: ‘Mens, Stoor me niet!’ Waarom zouden we dat spel moeten spelen?

De groei van Deusjevoo bracht ook met zich mee dat de organisatie anders ging functioneren. Ik was alleen nog maar: ‘Druk, druk, druk’. Naast het bijwerken van mijn mailbox was ik alleen maar brandjes aan het blussen. Ik ontdekte neuropsychiater en key-note speaker Theo Compernolle. Hij vertelde: ‘Richt kantoren in aan de hand van wat het menselijk brein aankan en elimineer wat het niet aankan. Zo win je 30% van je tijd, maak je de helft minder fouten én halveer je je stresslevel.’ Ik ging zijn boeken lezen en ben van de ene op de andere dag volgens dat principe gaan leven en werken. Ik was vrolijker, rustiger en collega’s gingen meedoen. Hierdoor ontstond ook het spel ‘Mens, stoor me niet!’. Met het team brachten we in kaart ‘Wat irriteert ons op de werkvloer?’. Het leverde discussie op, maar heeft vooral een groot taboe doorbroken. Het aanspreken van je collega: ‘Je stoort me’, ‘Je irriteert me’. Er is minder stress, we zijn productiever en maken minder fouten. Van daaruit is UPspace ontstaan; ruimtelijke behoeften afstemmen op de activiteiten van de gebruikers met als resultaat fabelachtige resultaten.

Wil je ook minder stress en meer focus? Speel het spel met je team! 

Download hier het gratis spelbord

INTERVIEW CREDITS

Fotografie Wouter van der Sar
Tekst Eva van Ooijen

Favorieten

Om gebruik te kunnen maken van het opslaan van favorieten dien je ingelogd te zijn.

Inloggen