Sluiten

Binnenkijken bij Atelier Ruben van Megen

In een door henzelf perfect gerestaureerde 19de eeuwse boerderij in Maasbree, nemen we plaats aan tafel. En niet zomaar een! Het typerende uiterlijk draagt een blad vol herinneringen vastgelegd in een Perzisch tapijt en verzegeld met een laag epoxy. Deze tafel, uit collectie Café 6116, is de doorbraak van ontwerper Ruben van Megen. Zijn ontwerp zorgt in binnen- én buitenland voor een niet mis te verstane verzameling awards. Van Red Dot Award Product Design en Talente Award München tot de A’ Designs Award. We kijken binnen bij Atelier Ruben van Megen.


Wanneer en op welke manier is Atelier Ruben van Megen ontstaan?

Ruben: “In 2012 studeerde ik af aan de Design Academy, toen heb ik me de vraag gesteld: ‘Wie ben ik en wat ga ik doen?’. Mijn droom was het opzetten van een eigen collectie. Ik begon toen met het maken van meubels in opdracht en werkte 2 dagen als technisch tekenaar. Alles wat ik maakte was al door een ander bedacht en dat vond ik niet spannend genoeg. In 2016 zijn we daarom gaan werken aan eigen producten.”


Je zegt ‘we’ zit je partner Jeske ook in het bedrijf?

Jeske: “Ik werk ook als zelfstandig ondernemer in een ander vakgebied maar daarnaast ondersteun ik Ruben waar het kan.”


Hoe is de rolverdeling binnen het bedrijf?

Jeske: “Ruben is de ‘chef’ hoor! Hij is hoofdelijk aansprakelijk, maar ik help hem met alles wat niet met productontwikkeling te maken heeft. Verkoop, marketing, dat soort zaken. Dat is echt wel nodig, je moet wel wat doen om zichtbaar te blijven. Ik heb bijvoorbeeld de contacten met onze re-sellers en als er een beurs is dan regel ik dat. De persberichten, maar ook de standplaats.”

Ruben: “Ja ik ben echt de ontwerper, bedenker en soms ook maker. Creatieve mensen zijn vaak wat minder goed in dingen organiseren en noteren. Dat neemt Jeske van mij over, zodat ik de dingen kan doen waar ik echt goed in ben. Zo werkt onze rolverdeling. We horen van collega-bedrijven dat dit een punt is waar zij soms op stuklopen. Wij hebben het op deze manier goed ondervangen.”




Even terug naar jullie eigen meubellijn, hoe ging dat?

Ruben (lachend): “Als een kip zonder kop zijn we daar ingevlogen. We zijn gewoon gaan kijken wat is de trend en wat verkoopt er een beetje. Toen hebben we een klein kapitaal in de productie van een serie tafels en stoelen gestoken. Pas daarna gingen we een prijs bepalen.”

Jeske (lacht ook): “Ja dat hebben we toen echt heel erg bleu aangepakt. De concurrent kon in serie en natuurlijk veel goedkoper produceren. Bovendien hadden zij marketingkanalen etc. Dat hadden we toen erg onderschat.”

Ruben: “Nee dat was duidelijk, daar konden en wilden we niet in mee. Toen ben ik mijn droom gaan naleven. Het maken van bijzondere en nieuwe dingen. Zo kan ik echt mijn vrije ziel uiten op een object. We maken collectible design en zijn nu de slag aan het slaan naar de betrekking van deze collectibles in complete interieurs. De filosofie daarachter is dat mijn collectibles met een twist ook perfect in een interieur toe te passen zijn. Bijvoorbeeld de collectie ‘Sandcastles’ die hebben we getransformeerd tot de balie van een tandartspraktijk, met een blad van lichtroze HI-MACSⓇ. Maar daar kunnen we ook tafels van maken, mogelijk zelfs een keuken! De basis van zand wordt dan gecombineerd met andere materialen zoals bijvoorbeeld Solid Surface en HPL.”


Hoe komt het dat jullie in het buitenland beter ‘aanslaan’ dan in Nederland?

Jeske: “Ik denk dat mensen hier minder makkelijk geld uitgeven aan interieurs. Het moet vooral functioneel zijn en niet te gek of te kleurrijk.”

Ruben: “In Nederland worden ook meer erfstukken, zoals buffetkasten, hergebruikt. Dat zie je in het buitenland veel minder. In een sommige landen wordt in het hogere segment om de 2-3 jaar het hele interieur verandert: alles eruit en een hele nieuwe collectie naar binnen!”

Jeske: “Ik denk dat het ook meespeelt dat jij meteen die sprong naar de buitenlandse markt hebt gemaakt. Het echt opzoeken en meedoen aan beurzen, contacten leggen met galeries. Je moet het gewoon doen, bellen, op mensen afstappen en regelen anders kom je er niet tussen.”

Ruben: “We stonden ooit in Milaan en we wilden toen onze tafels uit de 6116 café collectie bij de gallery van Rossana Orlandi binnen te krijgen. Maar zij had het toen echt superdruk.”

Jeske: “Dus ging ik op de fiets naar haar gallery te vragen of ze bij ons naar de expo kwam kijken en toen vroeg ze: ‘Kom je anders even hierheen met die items?’.”

Ruben: “Wij regelden een busje van een collega en reden naar de ingang van haar gallery. Hebben we de tafel daar tussen alle mensen en de beveiligers ingezet. Rosanna kwam kijken en ze wilde hem hebben, we konden hem meteen laten staan.”

Jeske: “Die galeries zijn vaak echt op zoek naar nieuwe namen en ideeën. In New York zijn we gescout door iemand die meteen zag ‘hier kan ik mijn klanten mee verrassen’. Die helpt ons nu in de Verenigde Staten aan naam en faam.”



Keuken ontworpen door Ruben, winnaar Maatwerk Awards 2020 in de categorie keuken.

Naast die naam en faam in het buitenland wonnen jullie in 2020 de Maatwerk Award in de categorie Keuken. Heeft dat jullie naast de eer en mooie beker nog wat opgeleverd?

Ruben: “Nou het is vooral heel sexy als je dat kunt vertellen. Het is niet per se dat mensen daardoor naar ons toekomen, maar wel leuk om aan te tonen op offertes als promotie. Dat doet wel wat met opdrachtgevers. Maar het is natuurlijk niet meetbaar.”

Jeske: “Je wilt gewoon wanneer je een offerte uitbrengt ze direct weten dat wij goed zijn, de beste, ons vak verstaan. Een award krijg je niet zomaar.”


Op welk project zijn jullie het meest trots?

Ruben: “‘The best is yet to come!’ Er was  een hele gave samenwerking met Baars & Bloemhoff en GetaCore dit jaar tijdens de Design Week in Milaan, the Certose Initiative. Een andere favoriet is een kast voor een opdrachtgever in Roermond. Deze mocht niet te niet te opzichtig zijn en het liefst cradle to cradle. Dan is het fijn als je een leverancier hebt die met je meedenkt. Ik heb toen een witte kast ontworpen van REALLY solid panelen. Gemaakt van de reststromen uit de Kvadrat stoffen productie. De onderkast is van Finsa gemaakt. Het gave aan dit ontwerp is dat de bovenkast is gemaakt van panelen van stof die er niet zo uitzien of voelen en de onderkast juist is gemaakt van HPL met een stoffen linnen print.” 


Hebben jullie nog wensen voor de toekomst?

Jeske (lachend): “Het klinkt niet echt ambitieus als ik nu zeg dat de stip op de horizon onder Ruben zijn voeten ligt maar hij doet nu wel wat hij wil doen! We hebben leuke opdrachtgevers en we kunnen daarvan leven. We hebben de afgelopen jaren grote stappen gezet in het kanaliseren van creativiteit richting de leukste opdrachten en kunnen daar ons geld mee verdienen.”

Ruben: “Met passie die collectibles een twist geven en daar een eigen handschrift mee te creëren. Dat is echt zo leuk!”

Jeske: “Het zou tof zijn als we nog wat meer aan de voorkant zouden zitten voor de vertaling van een gebouw naar het interieur. Als een architect zou zeggen, ik ontwerp het gebouw, zorg jij voor de binnenkant. Zorgen dat er wat meer aansluiting is. Dat het interieur niet de sluitpost is. We zoeken dus nog steeds naar leuke samenwerkingen met architecten die ervoor staan dat het interieurontwerp een geheel maakt met het gebouw. Als ze ons hier nog beter in weten te vinden, dat zou wel heel gaaf zijn!”

INTERVIEW CREDITS

Fotografie Wouter van der Sar
Tekst Eva van Ooijen

Favorieten

Om gebruik te kunnen maken van het opslaan van favorieten dien je ingelogd te zijn.

Inloggen